Historie begraafplaats Orthen
Op deze bovenstaande kaart van ongeveer 1840 is in blauw de accesdijk te zien die Rosmalen met fort Grevecoeur verbindt. Grote delen van deze dijk bestaan nog steeds: de Engelsedijk en de Heinisdijk. Deze acces werd beschermd door fort Orthen waar de route doorheen liep. Rondom het fort liepen een aantal landwegen naar de Orthensepoort van de historische stad.
In 1827 werd het verboden om te begraven in het centrum voor steden die meer dan 1000 inwoners hadden. De stad Den Bosch moest daarom op zoek naar een plek voor een geschikte begraafplaats buiten de stadsmuren. Dat was niet eenvoudig omdat het overgrote deel van het ommeland van de stad onder water gezet moest kunnen worden als verdediging tegen vijandige legers. De definitieve plek werd uiteindelijk gevonden naast de net gereedgekomen Rijksstraatweg van Den Bosch naar Utrecht (groen weergegeven op de kaart). Er moest toestemming komen van het Ministerie van Oorlog omdat de begraafplaats binnen het schootsveld van fort Orthen lag. Om te kunnen begraven moest de begraafplaats bijna 3 meter opgehoogd worden. De locatie kwam pas tot stand na jaren van juridische touwtrekkerij tussen de gemeente ‘s-Hertogenbosch en de Orthenaren. De gemeenschappelijke gronden werden door beide partijen betwist. In 1857 is begonnen met de aanleg en het jaar daarop is de begraafplaats in gebruik genomen.

1856
Plan voor de begraafplaats op de Orthense Hoven. De begraafplaats kreeg twee toegangen: een voor katholieken en een voor prostanten. De uiteindelijke begraafplaats is niet helemaal volgens dit plan uitgevoerd. Het rechthoekige plan op de kaart is later vervangen door een meer vierkant ontwerp met twee afgeschuinde hoeken. Zie ook de schootslijnen op de tekening.

1865
Lange tijd bestond de begraafplaats uit een vrijwel vierkante kavel die aan alle zijden voorzien was van een talud naar de omringende gracht. Vergelijk de huidige situatie die met de blauwe contour is aangeven. Op de kerkelijke begraafplaats was geen plek voor ongewijden. Voor de niet gelovigen werd in 1865 de gracht tussen de beide toegangen gedempt (gele vlak).

1877
Op deze kaart is het tracé aangegeven van de ‘Zuid Ooster Spoorweg’. In 1877 werd deze spoorlijn op een hooggelegen dijklichaam aangelegd.

1887
Het katholieke deel was van oudsher altijd al veel groter dan het protestantse deel. Op deze kaart staat ongeveer in het midden de huidige kapel aangegeven. Op het protestantse deel staat een gedenkteken, wat inmiddels verdwenen is. Het nog steeds bestaande lijkenhuisje ligt aan de rand van de begraafplaats aan de ongeveer 70 meter brede gracht.

1918
Het protestantse gedeelte werd te klein. Deze tekening hoort bij een aanvraag voor een uitbreiding op het naastliggende licht hellende talud.

1934
Tot dan toe heeft de begraafplaats vrij in het veld gelegen. Op deze kaart uit 1934 staan plannen getekend voor nieuwe woningbouw. Na 1935 is de begraafplaats fink uitgebreid door de omringende gracht te dempen en op te hogen. Samen met de oorspronkelijke begraafplaats vormt deze uitbreiding het huidige hooggelegen gedeelte van de begraafplaats Orthen.

1956
Inmiddels werd de waterhuishouding van het omringende gebied fink verbeterd. In latere uitbreidingen was het niet noodzakelijk meer de grond zoveel op te hogen. De nieuwe uitbreidingen liggen dan ook ongeveer 2 meter lager dan het oudste deel van de begraafplaats. Op de kaart uit 1956 is nog te zien dat er tussen de begraafplaats en het spoor een sportterrein was gelegen.

1973
Op dit uitbreidingsplan uit 1973 heeft de begraafplaats haar huidige grootte bereikt. De rand van de vorige uitbreiding (rode lijn) is nog in de boombeplanting herkenbaar.

1975
De laatste uitbreiding is mooi zichtbaar op deze luchtfoto uit 1975. Er heeft een grote verandering plaatsge- vonden: de Zandzuigerstraat is aangelegd. Door de ongelijkvloerse kruising met de Orthenseweg en de daarvoor nodige opritten, zijn de twee toegangen tot de begraafplaats onmogelijk geworden. Aan de noordzijde is de nieuwe toegang gemaakt.

Uitbreidingen
De begraafplaats kent vele kleine en grotere uitbreidingen. Door continue herinrichting van grafakkers en aanpassingen zijn deze grenzen niet of vrijwel niet meer herkenbaar, op een uitzondering na: Het hoogteverschil tussen het oude hooggelegen gedeelte en het laaggelegen nieuwe gedeelte is herkenbaar, maar wordt niet benadrukt. De structuur van het oude gedeelte is dichter van opzet dan het nieuwe gedeelte.